dinsdag 26 augustus 2008

Nazareth, zei u?

Zondagavond 19 uur, Nazareth. Neen, niet deze uit de bijbel, wel deze langs de E17. Volle truckparking richting Kortrijk, komende van Gent. Tot op de pechstrook van de oprit staan ze geparkeerd. Van "niet anders kunnen" natuurlijk. Van de meeste zit de rijtijd er op dit uur van de dag natuurlijk al op. Bovendien mogen ze Frankrijk waarschijnlijk niet binnen wegens rijverbod op zondag. Op wacht tot middernacht?

Het valt nog mee, ik hoef nog niet te slalommen tussen de camions door. Plaats om mooi door te rijden met een gewone personenwagen.

Aan de shop raak ik aan de babbel met een chauffeur die verkeerd geparkeerd staat. Netjes langs de kant, dat wel, maar niet reglementair geparkeerd. Hij spreekt (nu ja, spreken is veel gezegd) een beetje Duits. Ik brabbel dezelfde taal (een even klein beetje). Toch maken we ons verstaanbaar. Nu ja, internationale chauffeurs trekken makkelijk hun plan, en ik ook, dus...

De shop is niet aan hem besteed, zegt hij, wegens te duur. En zijn toilet is meestal "in de struiken", zeker als er moet betaald worden. "Na een tijd wordt het een gewoonte" zegt hij. Als ik hem zeg dat zoiets niet netjes is haalt hij de schouders op en glimlacht hij.

Over de fout geparkeerde truck lacht hij me vierkant uit, en zegt zoiets als: "ik kan hem moeilik in mijn zak steken"... Daar heeft hij een punt.

Als ik hem zeg dat ik "van de vakbond" ben, die voor de truckers, antwoordt hij dat hij niet geïnteresseerd is. Ook mijn "info-kaartje" in diverse Europese talen raak ik niet kwijt aan hem. Een vakbond is niets voor hem, zegt hij. In zijn thuisland bestaat er amper een truckersbond, en bovendien is de vakbond daar, volgens mijn gesprekspartner, corrupt. En dan nog, als hij zich teveel roert mag hij opstappen van de baas. Aansluiten bij een vakbond mag ook niet van de baas.

Liefst zou hij zijn eigen baas zijn, zelfstandig, en eigenaar van een truck. Maar daar heeft hij de poen niet voor zegt hij met een brede glimlach. Ach, een mens mag al eens dromen...

Ik krijg een hartelijke klop op de schouder en een stevige handdruk bij het afscheid. Ik koop een zakje snoep en een redbull om me op te peppen, zwaai nog even naar 't chauffeurke, en vertrek. Ik ben al in Harelbeke als ik me realiseer dat ik zijn naam niet eens vroeg, en zelfs niet heb gekeken of gevraagd van welk land hij was. Een ex-Oostblokker, zoveel is zeker. In gedachten noem ik hem Igor, en hoop stilletjes hem nog te ontmoeten. Triest en toch hartelijk en levenslustig tegelijk, het was een aangename stop in Nazareth.

Geen opmerkingen: